Tijdens WO I waren Poperinge en Veurne de enige steden die niet bezet werden.

Gelegen achter het loopgravennet rondom Ieper, de Ieperboog of Ypres Salient, werd Poperinge al vlug het favoriete ontspanningsoord voor de Britse troepen en deed iedereen zaken met de Tommies.

Om naast het kommerloze vertier ook spirituele hulp te verlenen, openden aalmoezeniers Philip ‘Tubby’ Clayton en Neville Talbot in december 1915 de soldatenclub Talbot House waar iedereen, ongeacht de afkomst, welkom was: Every Man’s Club.

Door het oorlogsgeweld, weigerden een aantal Britse militairen weer ten strijde te trekken of deserteerden, met als gevolg de doodstraf of executie. 2 dodencellen werden gerestaureerd en ook de executiepaal werd teruggeplaatst op de binnenkoer van het Stadhuis. Op Poperinge New Military Cemetery vonden 17 geëxecuteerden hun laatste rustplaat.